• Opleidingsplan

     

    Download hier het nieuwe opleidingsplan Ziekenhuisgeneeskunde!

    Andere downloads horend bij het landelijke opleidingsplan vanuit het Concilium Ziekenhuisgeneeskunde:
  • Onderwijsplanning

    De functie ’ziekenhuisarts’ is nieuw. De opleiding is nieuw. Dat is een enorme uitdaging. Voor de opleiders maar ook voor de ziekenhuisarts-in-opleiding. Je vindt hieronder de belangrijkste kenmerken.

    De belangrijkste kenmerken

    De opleiding tot ziekenhuisarts duurt 3 jaar en bestaat uit 8 stages op o.a. de afdelingen Interne geneeskunde, Heelkunde, Neurologie en Anesthesiologie. Je doet bovendien een stage bij een verpleeghuis of een huisarts. De stages zijn het hart van de opleiding. Tezamen bestrijken ze het gehele vakgebied ‘Ziekenhuisgeneeskunde’.

    De opleiding kent een uniek  – landelijk georganiseerd – lintprogramma. Dit programma bestaat uit een combinatie van een stevig inhoudelijk programma over het verbeteren van de zorg (met o.a. aandacht voor samenwerken, management en kwaliteitszorg) en begeleide intervisie. Dit zorgt tevens voor continuïteit, onderlinge support en collegialiteit.

    Je rondt de opleiding af met een ‘meesterstuk’. Dit meesterstuk loopt als een rode draad door de opleiding. De ziekenhuisarts-in-opleiding implementeert binnen zijn of haar eigen ziekenhuis een verandering op het gebied van de kwaliteitszorg of de patiëntveiligheid. Daarbij word je begeleid door een inhoudsdeskundige.

    Ieder jaar neem je deel aan 4 landelijk georganiseerde onderwijsdagen over o.a. water- en zouthuishouding, voeding, polyfarmacie, patiëntveiligheid, circulatie, palliatieve zorg en pijnbestrijding, antibioticabeleid, ziekenhuismanagement, transfer van zorg, organisatie van zorg buiten het ziekenhuis en de kwetsbare (oudere) patiënt.

    In schema:

    Jaar 1

    Jaar 2 + 1e helft jaar 3

    2e helft jaar 3

    Patiëntveiligheid – Kwaliteit van zorg  (Clinical Governance)

    Intervisie

    Interne Zaal (8 mnd)

    SEH / AOA (4 mnd)

    Anesthesiologie / Heelkunde (8 mnd)

    Neurologie (4 mnd)

    Interne – Ouderengeneeskunde / Geriatrie (4 mnd)

    Huisarts / Ouderengeneeskunde (2 mnd)

    Stage naar keuze

    (6 mnd)

    (de doorgaande blauwe balk is het lintprogramma)

    Omdat het hier gaat om een nieuwe functie en een nieuw onderwijsprogramma is nieuw zul je actief moeten meesturen aan je eigen opleiding. En waarschijnlijk stuit je binnen het ziekenhuis hier en daar op aarzelingen over jouw functie. Daar moet je mee overweg kunnen. Je moet de meerwaarde van het beroep in de praktijk bewijzen.

    Toetsing

    De toestsing vindt plaats op basis van onderstaand schema:

    Toetsen

    Jaar 1

    Jaar 2

    Jaar 3

    Toetsing op de werkplek

    Voortgangsgesprekken

    4 x

    2 x

    2 x

    KPB (alle competenties)

    Minimaal 10 x

    Minimaal 10 x

    Minimaal 10 x

    Probleempatiëntbespreking

    1 x

    1 x

    1 x

    Critical Appraisal Topic

    2 x

    2 x

    2 x

    Referaat

    2 x

    2 x

    2 x

    Stageblokgesprekken

    4 x

    2 à 3 x

    2 à 3 x

    Vaardigheidsonderwijs

    Lokaal bepaald

    Lokaal bepaald

    Lokaal bepaald

    360-gradenbeoordeling

    -

    1 x

    Eventueel 1 x

    Toetsing van het landelijk onderwijs

    Landelijk cursorisch onderwijs

    4 dg

    4 dg

    4 dg

    Lintprogramma Kwaliteitszorg en patiëntveiligheid

    4 x 2 dg

    4 x 2 dg

    4 x 2 dg

    Kennistoets

    1 x

    1 x

    1 x

    Summatieve toetsing

    Geschiktheidsbeoordeling

    1 x

    1 x

    1 x

    Portfolio

    1 x

    1 x

    1 x

    Verplichte onderwijsmomenten

    70 % aanwezigheid

    70 % aanwezigheid

    70 % aanwezigheid

    Meesterstuk

    -

    -

    1 x

           

    Het Opleidingsprogramma

    Het complete opleidingsplan ziekenhuisarts is vastgesteld door het bestuur van de Stichting Opleiding Ziekenhuisgeneeskunde en goedgekeurd door het College Geneeskundige Specialismen. Klik hier voor de PDF versie.

  • Onderwijs programma

    De opleiding tot ziekenhuisarts telt in totaal 36 landelijk georganiseerde onderwijsdagen. Daarvan zijn er 12 strikt medisch-inhoudelijk. De overige 24 dagen zijn gereserveerd voor het lintprogramma. In het lintprogramma krijgt de ziekenhuisarts-in-opleiding een theoretisch kader dat hem of haar ondersteunt bij de praktijkopdrachten over kwaliteit en veiligheid van zorg. Begeleide intervisie maakt standaard deel uit van het lintprogramma.

    Landelijk georganiseerde onderwijsdagen

    In de landelijk georganiseerde onderwijsdagen (12 in drie jaar) komen de volgende onderwerpen aan bod:

    • Water/zouthuishouding; zuur/basestoornissen; infusietherapie; vochtbalans
    • Metabolisme; voeding
    • Farmacotherapie/ polyfarmacie
    • Patiëntveiligheid; incidentanalyse; ‘performance’-indicatoren; clinical audits
    • Circulatie; ventilatie; bewaking vitale functies
    • Pre-, peri-, en postoperatieve zorg
    • Palliatieve zorg en pijnbestrijding
    • Inleiding in epidemiologie van de belangrijkste 6 specialismen
    • Top 10 patiëntenzorgtopics zoals tromboseprofylaxe en delierpreventie
    • Koorts in context van specialisme; antibioticabeleid; de immuun-gecompromitteerde patiënt
    • Ziekenhuismanagement, kwaliteitszorg (clinical governance); transfer van zorg; organisatie zorg buiten het ziekenhuis
    • De kwetsbare (oudere) patiënt

    Lintprogramma

    In het lintprogramma krijgt de ziekenhuisarts-in-opleiding een theoretisch kader dat de ondersteuning vormt voor de praktijkopdrachten over kwaliteit en veiligheid van zorg. Begeleide intervisie maakt standaard deel uit van het lintprogramma. De intervisie heeft tot doel om ziekenhuisartsen te ondersteunen in hun beroepspraktijkvorming. Het gaat bij de opleiding tot ziekenhuisarts om het introduceren van een nieuw medisch profiel. Daarom is gezamenlijke professionele reflectie op de inbedding van deze rol en hoe elke ziekenhuisarts-in-opleiding dit hanteert belangrijk.

    In het lintprogramma gaat het om:

    • het vergroten van de inhoudelijke kennis over samenwerkingbevorderende en samenwerkingbelemmerende factoren,
    • de verschillende competenties van de disciplines waar de ziekenhuisarts mee te maken heeft,
    • het reflecteren op eigen leerervaringen,
    • het procesmatige aspect van interdisciplinair samenwerken.
    • Vooral leerdoelen gericht op persoonlijke effectiviteit, het leren sturen en reguleren in het samenwerkingsproces en bij verandermanagement in het kader van kwaliteitsprojecten komen aan de orde. Daarnaast worden binnen het lintprogramma centraal cursorische activiteiten georganiseerd waarin aandacht wordt besteed aan medisch inhoudelijke onderwerpen rond generieke ziekenhuiszorg.

    Vijf thema’s

    In het programma komen de volgende thema’s aan bod:

    • Principes van patiëntveiligheid en kwaliteitszorg
    • Beïnvloeding teamgedrag en teamcompetenties en effectief samenwerken in teamverband
    • Methodes voor dataverzameling en analyse m.b.t. kwaliteitszorg
    • Methodes en technieken voor performance verbetering
    • Methoden en technieken voor kennisoverdracht
    • Ieder tweedaags blok wordt de laatste middag afgesloten met een intervisiegedeelte.

    In het eerste jaar wordt vooral theoretische basiskennis ontwikkeld. Ook worden deelvaardigheden getraind en twee kleine praktijkopdrachten uitgevoerd.

    In het tweede jaar worden de opdrachten vanuit de cursorische bijeenkomsten zo veel mogelijk ‘just in time’ gerangschikt rond de beroepstaken betreffende kwaliteitszorg en patiëntveiligheid op de werkvloer.

    Het derde jaar van de opleiding bestaat uit het toepassen en de verspreiding van de bevindingen in het kader van kwaliteitszorg en patiëntveiligheid. Ook de borging of verankering in de beroepspraktijk komt daarbij aan de orde. In het derde jaar werkt de ZHA aan een zogenaamd meesterstuk; een afgerond kwaliteitsproject rondom patiëntenzorg binnen de klinische setting.