Hieronder vind je een aantal vragen die bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum gesteld werden. Als er nieuwe vragen worden gesteld, vind je die vragen en hun antwoorden hier.
Wat is de rolverdeling tussen de a(n)ios en de ziekenhuisarts?
Op een afdeling waar zowel een ziekenhuisarts als een a(n)ios van het desbetreffende specialisme aanwezig is, zal de ziekenhuisarts, als generalist, zorgen voor meer continuïteit en integrale zorg voor de opgenomen patiënten. Hij richt zich daarbij met name op de comorbiditeit, bij de vaak oudere patiënt met meerdere aandoeningen. Dit uietaard in samenspraak met andere specialisten. Heeft extra aandacht voor kwaliteitzorg en patiëntveiligheid. Regisseert de consulten en draagt zorg voor een duidelijk aanspreekpunt voor patiënt en familie. De a(n)ios zal zich meer richten op specialistische zorg en kan van de ziekenhuisarts leren hoe de reguliere afdelingszorg wordt geregeld en wordt gecontroleerd.
Hoe wordt de opleiding bekostigd?
De opleiding wordt vooralsnog bekostigd uit subsidie dat speciaal door het ministerie van VWS beschikbaar is gesteld.
Wat is het verschil tussen de ziekenhuisarts en de zaalarts?
De ziekenhuisarts is door zijn specifieke opleiding de centrale arts voor de patiënt. Hij hoeft zijn aandacht niet te verdelen over kliniek, polikliniek en operatiekamer. Door zijn opleiding kan hij zelfstandig reguliere ziekenhuiszorg verlenen hetgeen het aantal consulenten aan bed naar verwachting zal doen verminderen.
Welke handelingen verricht de ziekenhuisarts?
De ziekenhuisarts verricht alle standaard medische handelingen, als anamnese, algemeen en specifiek lichamelijk onderzoek, beoordeling van diagnostische gegevens, zoals laboratoriumdiagnostiek, ECG en röntgenfoto’s, het voorschrijven van medicatie, met aandacht voor reductie polyfarmacie en aangeleerde handelingen. Dit alles kan worden aangevuld met verrichtingen specifiek voor de afdeling waar hij werkt (bijv. wondbehandeling, lijnen inbrengen, ascitespuncties). Ook speelt hij een belangrijke rol samen met de andere zorgverleners bij het verbeteren van de klinische zorg op een patiëntveilige manier.
Met wie voer ik de beoordelingsgesprekken?
De beoordelingsgesprekken worden gevoerd met de opleider (een internist), de plaatsvervangend opleider (een anesthesioloog) en, afhankelijk van de stage, eventueel aangevuld met leden van het opleidingsteam (een geriater, chirurg, neuroloog, huisarts, kwaliteitsfunctionaris en specialist ouderenzorg).
Klopt het dat ik geen polikliniek doe?
De ziekenhuisarts wordt niet actief op de polikliniek ingezet. Tijdens de opleiding kan men wel poliklinische activiteiten verrichten ter verkrijgen van specifieke competenties. Bv Pre-operatieve poli tijdens de stage anesthesiologie en dementie[poli tijdens de stage geriatrie / ouderengeneeskunde.
Waar kan ik de opleiding volgen?
De opleiding kan in negen ziekenhuizen worden gevolgd: AmsterdamUMC locatie VUmc, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Catharina Ziekenhuis, HMC, Deventer Ziekenhuis, LUMC, St Jansdal, UMCU en ETZ.
Kan de opleiding ziekenhuisarts parttime (bijv. 85%) worden gedaan?
Ja, dit is mogelijk volgens het Kaderbesluit medisch specialismen en afhankelijk van de CAO van het ziekenhuis. Wel wordt de opleidingsduur dien overeenkomstig verlengd.
Is er een centraal onderwijsprogramma?
Ja, de ziekenhuisarts i.o. volgt een landelijk onderwijsprogramma met centraal georganiseerde onderwijsbijeenkomsten. In het programma worden zowel medisch inhoudelijke als meer op veiligheid en kwaliteitsbeleid gerichte onderwerpen behandeld. Professionele rolontwikkeling wordt ondersteund met (verplichte) intervisie. Lees meer over het cursorisch onderwijs bij het betreffende item.